dinsdag 2 juni 2009

Calvijn en Balkenende II

30 mei schreef ik al niet al te lovend over de adoratie van Balkenellende voor Calvijn. Maar de columnist van Trouw, Ephimenco, heeft het veel mooier verwoord:

Ik Quote

SEKTARISCH

In zijn toespraak zaterdag tijdens de herdenking van de vijfhonderdste geboortedag van Johannes Calvijn, benadrukte Jan Peter Balkenende dat hij zich wel ’calvinist durft te noemen’. Mooi.


Maar de grenzeloze bewondering van onze minister-president voor zijn huisprofeet begint de contouren van idolatrie te krijgen. En daar is niet zoveel calvinistisch aan. Net als op 10 januari dit jaar in zijn opiniebijdrage in Trouw (‘Dit land dankt zoveel aan Calvijn’), bracht Balkenende geen enkele nuancering aan als het gaat om de toch wel erg duistere kanten van Calvijn. De man die tijdens zijn Genève-jaren een schrikbewind tegen andersdenkenden en ’heksen’ voerde. In de denkwereld van onze minister-president is er kennelijk alleen plaats voor de Statenbijbel en de Heidelbergse Catechismus uit zijn jeugd.

De spectaculaire onderwerping van Balkenende aan zijn idool neemt kinderachtige trekjes aan wanneer hij meent waar te nemen dat ’500 jaar Calvijn glansrijk wint van 200 jaar Darwin’. Hoera, Calvijn-Darwin 1-0, creationisten winnen van evolutionisten na verlenging! Vooral het verantwoordelijkheidsbegrip uit de calvinistische leer spreekt de premier aan en hij vertaalt dit ook direct in (partij)politieke munt. Door te verwijzen naar het gebrek ervan bij de sociaal-democratie in de jaren zeventig (‘doorgeschoten verzorgingsstaat’) en het liberalisme uit de jaren tachtig en negentig (‘heilig geloof in de markt’). Daarbij vergeet de premier en passant hoe oppermachtig het CDA van premier Lubbers was, juist in die jaren van doorgeschoten liberalisme.

Maar goed, het moet duidelijk zijn dat de man die zijn lovende rede uitsprak niet de privépersoon Balkenende was, maar de politicus en bestuurder. En dit is mijn voornaamste bezwaar: in plaats van te pogen premier van alle Nederlanders te zijn, afficheert Balkenende zich steeds meer als de clanleider van een religieuze component van de samenleving. In het hoofd van onze premier is de scheiding tussen kerk en staat kennelijk allang vervaagd. Ik vat zijn woorden op als een poging tot missioneren. Of hij is geslaagd valt te betwijfelen. Het hele pinksterweekeinde stonden de internetfora roodgloeiend van verontwaardigde reacties op zijn rede. Er is niets tegen politici met een overtuiging, maar wanneer deze overtuiging verabsoluteert, het bestuurlijke verkleurt en grote groepen mensen een gevoel van uitsluiting geeft, dan dreig je als minister-president een sektarisch beeld van uit te stralen. Nederland heeft in deze zware tijden behoefte aan bestuurders met realiteitszin die boven partijen en religieuze stromingen staan.

Terzijde: wat is er calvinistisch aan een man die, zijn ego strelend, als een van zijn voornaamste doelen heeft de langste zittende Nederlandse premier te worden? En over de verantwoordelijkheid van deze premier, zal ik me door gebrek aan ruimte maar beperken tot een (recent) voorbeeld. Waar was het morele besef van Balkenende toen hij de Dalai Lama onder pressie van de Chinese onderdrukkers weigerde persoonlijk te ontvangen? Helaas hoort bij de schaduwzijde van het calvinisme ook een dosis hypocrisie. Sylvain Ephimenco
.

Hij is mooi he, ja tog, niettan?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten