Vandaag heb ik de moed opgevat om eens met de schoonmoeder van mijn dochter te gaan praten. Haar teneergeslagenheid van de week blijkt terecht. Zij is aan het afscheid nemen begonnen.
Ik maakte me zorgen dat ze het onderwerp van haar moment van overlijden en de consequenties daarvan voor mijn schoonzoon en dochter uit de weg ging, maar vandaag bevestigden zij en haar toekomstige echtgenoot dat ze het daar nu dan toch echt over hebben gehad. Dat is goed, het zal op het moment zelf veel rust geven als iedereen weet waar ie aan toe is.
Dat de kanker nu ook in haar hoofd zit bleek uit het uitvallen van de functies van de linkerkant van haar lichaam, onderzoek toonde aan dat dit van een gezwel in haar hoofd afkomstig is. Aanstaande dinsdag wordt nog een ultieme poging gedaan om te kijken of ze nog een keer kunnen bestralen, maar of dat kan, of het zal helpen en hoe lang dan, dat is zeer de vraag. Elk moment kan de dood intreden, nu ruim twee en een halve week voor haar bruiloft. Ik hoop voor haar dat ze dit nog gaat redden en terugdenkend aan Jaco denk ik eigenlijk van wel. De wil speelt altijd nog een heel grote rol, en dat wil ze zeker nog meemaken.
Verdorie, wat triest allemaal. Ik heb haar in elk geval maar gezegd dat haar zoon een toffe gozer is, voor wie mijn deur altijd open zal staan, hoewel de eerlijkheid me gebiedt te zeggen dat ik hoop dat hij en mijn dochter er in zullen slagen ofwel op een goede manier nog een tijdje vol te houden bij zijn stiefvader, in afwachting van het toegewezen krijgen van eigen woonruimte. Dat de deur voor mijn kinderen en hun aanhang open staat, is logisch. Maar ik moet ook verder. In elk geval was het alles dat ik kon zeggen, en ik zal er naar handelen nu ik het heb gezegd. Meer kon ik niet doen. Ze huilde. Die klote ziekte ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten