zaterdag 3 april 2010

zo kan het óók...

Een minder traditionele versie van Händel's Halleluja. Een viering van de verrijzenis. Verrijzenis die ook betekent: jezelf bevrijden door te kijken wat er in je hart leeft, en daarnaar te handelen. Niet bezit nastreven, status en andere dingen die op je grafsteen kunnen staan als je heengaat, want waar je heen gaat, zei vanavond een duitse priester, kun je het niet meenemen. Bedenk dat goed. Een viering is niet alleen maar een partietje, een pleziertje. Het is het vieren van vrijheid, van dat nastreven, dat voor jou het mooiste in de ingrediënten van een waardevol leven zijn. Het is niet alleen maar een feestje bouwen, maar samen rouwen, troosten, blijdschap delen, kunnen genieten van het luisteren en kijken naar het leven, een jong verliefd stel, zingende vogels genietend in de lentezon. Hoe beter je het gaat kunnen, hoe meer vreugde het brengt. Hoe meer je het kunt delen, hoe sterker het naar je terugkomt. De priester verwoordde zoveel mooier dan ik gisteren dat als je zo leeft, je altijd geborgenheid zult voelen, dat je nooit alleen zult zijn, en dat je nooit bang hoeft te zijn voor het leven of de dood. Het heeft niets te maken met de dogmatiek van de kerk. Als je kijkt naar arme en onderdrukte gemeenschappen, zoals waar de priester werkte in Haiti en Noord Korea, dan zie je pas wat vieren is. Dan zie je blijdschap, hoop en momenten van vrijheid. De priester, die op een muilezel een dorp binnenkwam rijden waar in vier jaar tijd geen vertegenwoordiger van de kerk was geweest, werd feestelijk onthaald, het hele dorp werd opgepoetst, de kerk zat stampvol en de ondanks het feit dat er militairen door de glaslozen vensters geweerlopen naar binnen hielden gericht, waren de Kerkgangers oneindig veel sterker dan de macht van de Sterke Arm. Dat is wat ik bedoelde, toen ik zei dat de kerk bij haar kern moet terugkeren. Niet angstig om doorzien te worden, maar puur en een rol innemend die, hand in hand met vernieuwende politiek en voortschrijding van de wetenschap, mee invulling kan geven aan manieren waarop we die leefbare wereld kunnen houden, bereiken en verdiepen. Op die voorwaarde - vanuit de zuivere boodschap - kan het. Maar als de Kerk bang blijft en zich blijft verschuilen achter stupide wereldvreemde dogma's en onschendbaarheid is ze ten dode opgeschreven. En hoezeer ik ook zelf vaak denk dat ik de Kerk al lang afgeschreven heb als een waardevol element in mijn leven, blijft een klein stemmetje in mezelf zeggen met name de pastorale inzet van de kerk en de voortleving van de boodschap van liefde, verdraagzaamheid, tolerantie en hoop van grote waarde zijn en dat het zo mooi zou zijn als de Kerk het afval dumpte en het mooie zou weten te behouden. Ik draaf weer lekker door hè? Het valt ook mij op hoor. Maar het zit me behoorlijk hoog, blijkbaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten