dinsdag 30 november 2010

o mio babbino caro - Oh, mijn lieve vadertje

Het werd een prachtige ceremonie, de grote aula van crematorium Eikelenburg vlakbij zijn geliefde volkstuin liep over van de bijna 200 bezoekers. Die van heinde en verre kwamen opdagen, ondanks het koude winterweer. Zoals zijn assistente bij DSM Ruth, die nu Shipping Manager is bij De Staats Mijnen in de hoofdvestiging in Geleen en de directeur van de korfbalbond, als ruggesteun van mijn zwager die interim voorzitter van de bond is, tot Schijndel waar een deel van de familie van mijn moeder vandaan kwam.

Na het muziekstuk



volgde mijn speech, voorafgegaan door een inleiding van ceremoniemeesteres mijn nicht, dochter van mijn moeder's zus en mijn andere nicht, dochter van mijn vader's jongste zus, alle 7 kleinkinderen, met een afwezigheidskaar van Jaco, en een groet uit Canada voorgedragen door haar petekind mijn oudste zus.

en gevolgd door een informeel samenzijn van de naaste familie in de kantine van Sportvereniging de Waterweg, waar onze familie kind aan huis is, al decennia lang.

O mio babbina caro, O mijn lieve vadertje - mijn speech

Zevenenzeventig mag dan een hele leeftijd zijn, wij waren er nog lang niet klaar voor om je te verliezen. Een ogenblik kort na die vreselijke val - ironisch genoeg tijdens een van je laatste vakanties waar je altijd zo verschrikkelijk van kon genieten - kwam je even bij en zei je nog: "ik geloof dat ik dood ga Rietje, ik hou van je!"

Er volgden een aantal weken waarin ma voor je leven vocht, zoals jij dat voor het jouwe deed. Nóóit zal ik die ene blik vergeten die je ma gaf toen je de eerste keer bijkwam.

De liefde die daar uit sprak was zó oprecht, zó prachtig, zó intens, vol dankbaarheid en vertrouwen dat jullie er samen voor zouden blijven gaan. Praten kon je op dat moment niet, maar dat was ook niet nodig. In die éne blik lag de diepte van jullie liefde voor elkaar, en allemachtig, wat gaat die liefde diep.

En wat hèb je gevochten. Maar de aangerichte schade was gewoon te groot: vier keer werd je gereanimeerd, je had een grote gapende hoofdwond, een schouderfractuur, gebroken ribben en versplinterd borstbeen, long- en hartkneuzingen, twee klaplongen, 3 halswervels en 5 ruggenwervels gebroken, met als gevolg daarvan een hoge dwarslaesie. Dat je nog leefde toen wij in allerijl bij elkaar getrommeld bij het eerste ziekenhuis in Geldrop aankwamen, was al een wonder op zich.

Na Geldrop volgden nog gecompliceerde operaties op de IC's van Tilburg en die van het Westeinde ziekenhuis in Den Haag, met een tussenverblijf in het Reinier de Graaff in Delft. Maar na twee maanden werd duidelijk dat dit een niet te winnen strijd zou worden. Toch blééf je wanhopig vechten - ongelooflijk sterk als je was - tot de laatste ademstoot, om er voor ma, je kinderen en kleinkinderen te blijven.

Je was gewoon de beste echtgenoot, vader en grootvader die wij ons hebben kunnen wensen. Het was voor ons niet te verteren dat je alles wat je altijd zo graag deed niet meer zou kunnen doen.

Niet lopen of staan, niet meer in je trouwe Skoda tochtjes maken met ma, niet meer tuinieren, niet meer op wintersport, geen feestjes of uitstapjes meer, niet meer ravotten met Sam en Dirk en niet te vergeten: niet meer kunnen stoeien met- en genieten van je kleinkinderen waar je gek op was.

Dit verdiende je niet, en hoe vreselijk het ook is afscheid te moeten nemen, toch overheerst bij ons een gevoel van opluchting en berusting dat dit lot je bespaard is gebleven, gegeven de omstandigheden zoals ze nu eenmaal zijn, zoals Anneke in haar inleiding ook al aangaf. Zo is het ook.

In de nacht voorafgaand aan je overlijden heb ik een beroep op Jaco gedaan er daarboven voor te zorgen dat Petrus de poort alvast voor je opengooit, zodat je ongehinderd de Hemel in kan.

Maak je over ma geen zorgen pa, daar zorgen wij wel voor. Dat gaat helemaal goed komen. Hoe verschillend wij allemaal ook mogen zijn, we waren als puntje bij paaltje kwam altijd als gezin een sterke eenheid en dat zijn we nog. En daar ben ik niet weinig trots op, moet ik eerlijk zeggen. Dat is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt, daarin hebben jij en ma een grote rol gespeeld. Wij weten niet beter en zouden ook niet anders willen dan met elkaar sterk blijven voor elkaar.

Jij was, zoals Mariëlle net al schilderde, het schoolvoorbeeld van een selfmade man.

Wat je bijzonder maakte, in onze ogen, is de perfecte balans tussen werk, plezier in het leven en de zorg voor je gezin. Tegenwoordig moeten we daarvoor aan introspectie doen, bij onszelf naar binnen kijken, daar bewust en vaak met behulp van technieken de tijd voor nemend. We moeten leren waar we energie uit putten en hoe we die focussen om onze doelen te bepalen en te behalen.

Jij had al die dingen van nature in je. Je deed je werk met passie, maar waakte ervoor dat je ook belangrijke bagage meegaf aan je kinderen en kleinkinderen. En dan bedoel ik niet zozeer feitenkennis, ambitiedrang of dat soort dingen, maar dat er meer in het leven is dan alleen carrière en het vergaren van status of bezit.

Je droeg je vrouw, onze moeder, op handen en was een positief en optimistisch mens, bij wie het glas altijd half vol was, genietend van het leven en alle aspecten ervan. Dichtbij jezelf blijvend, en voortdurend aan je doelen werkend.

Die bagage die je ons meegaf, bestond niet uit ellenlange verhandelingen en preken, maar door je kort en bondig uit te drukken met behulp van je fameuze gezegden, waarvan elk van ons hier er waarschijnlijk wel een paar kent.

Met gezegden als:
had je hei gevreten, dan had je bezems gescheten, en
Weet je wát zonde is? Boter op je gat smeren en droog brood eten!

gaf je aan dat je in je leven ruimte moet maken voor plezier, en dat door je open te stellen, dingen te proberen, te ervaren, van gebaande paden af te wijken je weliswaar kans hebt dat je fouten maakt, maar dat dat okay is, omdat je juist dáárvan leert, inzichten verwerft en groeit.

Je gaf geen reet om status of bezit, wèl om wederzijds respect. En je vond het altijd heerlijk om te kunnen delen. Jouw en ma's gastvrijheid waren ongekend. We kennen allemaal nog wel die zondag-avond diners en barbeques op onze zomerresidentie hier luttele meters vandaan of thuis, waarbij de huiskamer tussen de gangen door als dansvloer of voor het biljarten werd gebruikt. Waarbij voor een extra gast aan tafel altijd plek was, en we zó oer-gezellig bezig waren met elkaar dat we soms vergaten dat we aan het eten waren waardoor we niet zelden aangebrande aardappelen aten. Het hoorde er allemaal bij.

Onze vakanties waren eenvoudig maar oer- en oergezellig. Fietstochten en wild kijken op de Veluwe tijdens onze kampeervakanties, langlaufen vanuit een vakantiehuisje in Oostenrijk, een druiventerrasje pikken langs de moezel, Noem maar op. Het hóudt ook niet op.

Er was zoveel moois, en zo dichtbij huis ook. Hoe vaak heb je in je leven niet gezegd: Wat is het hier mooi hè? De natuur in je opnemend, intens luisterend, kijkend, insnuivend, met oog voor elk detail: de kleuren, de wisseling van de seizoenen, hoe de natuur zich ieder jaar weer verjongt, baltsende vogels, de bronstijd van het wild in de bossen, de macht van de alpen, de pracht van zich een weg zoekende klaterende beken langs de flanken ervan, het geruis van wind en water, het zaaien, voeden en oogsten bij het tuinieren. Alles, álles was voor jou een bron van genot. En dat straalde ook van je af, met je pret-ogen en je van plezier opkrullende neus.

Wij, jouw kinderen, konden onze eigen keuzes maken. En mochten ook onze fouten maken en streken uithalen. Altijd wisten we dat je er dan was, als vangnet en als die trotse vader, door Mariëlle net zo mooi beschreven.


Met dezelfde kernwaarden in onze bagage zijn we heel verschillend opgedroogd. Maar zonder uitzondering dankbaar dat we hebben geleerd creatief en out of the box te denken en te doen, ons leven te leven zoals het goed voelt, wat anderen daar dan ook van vinden. En geen dingen te doen waar we niet achter kunnen staan, ons niet rond te laten commanderen:

"Ik zal de hoer voor je spelen en de centen op de trap leggen!"
was een van je fameuze gezegdes.

Je werk als shipping manager bij de Synres, wat later DSM werd, heb je altijd met veel passie gedaan. Geprezen en gevreesd om je pragmatische manier van werken en communiceren. Geen smoezen, geen regels om de regels, geen principes om principes. Gewoon samen een manier kiezend die werkte.

Feitelijk, bedacht ik me van de week, was je een coachend manager avant la lettre. Tegenwoordig is deze stijl van leiding geven nogal in, en moet je er HBO voor gestudeerd hebben, op zijn minst. Waar je leert hoe je je medewerkers gemotiveerd houdt. Waarbij je leert hoe je dingen kunt delegeren zonder het overzicht te verliezen, en het beste uit je collega's te halen. Jij had die kunst van nature in je.

Ruth bijvoorbeeld die je laatste jaren bij DSM Hoek van Holland voor je werkte, groeide uit van je assistente tot, als ik het wel heb, Shipping Manager bij het Grote DSM, De Staats Mijnen zoals we vroeger op school leerden, in Geleen. Een Surinaams meisje dat uitgroeide tot een sterke vrouw, zich bewust van wat ze waard is en daar ook gedreven helemaal voor is gegaan. Het feit dat ze hier is, zegt denk ik genoeg. Natuurlijk is Ruth's carrière haar eigen verdienste, maar zeg ik wat teveel Ruth, als ik zeg dat mijn vader je heeft aangemoedigd in jezelf te geloven en daarnaar te handelen? Hetzelfde geldt voor Marja Moonen, die pas nog vertelde hoe belangrijk jij daarin voor haar bent geweest.

Pa, wij zijn altijd gek op je geweest zoals je was. En wij niet alleen. Je was een graag gezien mens. Als broer, oom, zwager, schoonzoon, echtgenoot, vader en schoonvader, opa, collega, kennis, zakenrelatie en vriend. Altijd vol gein, een sterk gevoel voor humor, maar evengoed een betrokken en sociale, oplossingsgerichte persoonlijkheid die heeft bereikt wat hij wilde, nooit iets als vanzelfsprekend nemend, maar zich nog dagelijks verwonderend over alles en dankbaar voor al het mooie. Met een gevoel voor balans die je heeft geholpen om dat allemaal tegelijkertijd te kunnen zijn.

Je overleed vorige week zondagmorgen op luttele meters van de Zuilingstraat waar je als kind opgroeide, in het ziekenhuis waar je altijd als eerste op kraamvisite kwam op de bezoekuren toen ma ons daar het levenslicht deed aanschouwen. Hetzelfde Westeinde ziekenhuis met uitzicht op de Haagse Toren naast de St. Jacobskerk waar een broer van je vader bijna verongelukte toen hij de ooievaar bovenop de spits opnieuw aan het vergulden was.

Op een of andere manier moet het maar kloppen. Je eindigde je leven vlakbij waar het begon. En de tussenliggende tijd heb je op de best denkbare manier gebruikt.

De nog verse beelden van jou - vechtend voor je leven, niet opgevend tot de laatste zucht - laten een akelig gevoel van leegte bij ons achter. Maar die leegte zal zich vullen met onze warme herinneringen aan je streken, liefde en je gulle lach, je guitige ogen en je krullende neus. Met de relaxte manier waamee je de hele wereld aankon en het beste uit ons los kon maken.

Op een van je laatste heldere ogenblikken zei je nog tegen ma: "het beste wat mij in mijn leven is overkomen - Rietje - dat ben jij". En zo zullen wij ma op handen dragen, nu jij het niet meer kunt.

Vaarwel Hop, Japio, Paaikie, opie, vader, pa. Je zal een glimlach op onze gezichten blijven toveren bij onze hartverwarmende herinneringen aan jou. Want, zoals op de rouwbrief stond: aan liefde komt nooit een einde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten