De laatste dagen word ik geplaagd door ontlastingproblemen en een gevoelige milt. Ik werk me rot voor een van mijn opdrachtgevers waarvan ik alleen provisie krijg over de omzet, die er niet is. Evengoed sta ik vanaf 11 september, waardoor ik op mijn dochter's en moeders verjaardag niet thuis ben, op een beurs in Duitsland en moet maar afwachten wat dat op gaat leveren. De politieke situatie en die met de pensioenen is gewoon een en al list en bedrog, en doet zo langzamerhand je broek afzakken. Mensen klagen steen en been dat ze wellicht wat moeten gaan inleveren. En dus klagen we ons met z'n allen drie slagen in de rondte. Vanmiddag zag ik een programma over de sloppenwijken van Nairobi, waar je struikelt over rottend vuil en zelfs menselijke lichaamsdelen van drugs- en alcoholverslaafden die niet meer om kunnen gaan met de ondragelijke onmogelijkheid om nooit en te nimmer uit hun mensonwaardige leefsituatie. Zie je Pakistan onder water staan in een gebied even groot als Italië met miljoenen daklozen en uitgebroken vaak dodelijke ziektes. Wanneer gaan we ons eindelijk eens realiseren dat we in een fantastisch land leven, vol perspectief, en ons meer solidair opstellen naar miljarden mensen in de wereld die geen menswaardig bestaan hebben? Wat is er voor nodig? Het zal wel een utopie zijn. Maar toen ik vanmiddag die beelden op TV zag, stonden de tranen van machteloosheid in mijn ogen. En bedacht ik, met al mijn kwalen en al het politiek gekonkel en al die inkomensonzekerheid, dat ik mijn zegeningen zoud moeten tellen en net als die mensen in die sloppenwijk in Nairobi de mooie dingen, hoe klein soms ook, van het leven zou moeten zien. Dat me dat niet lukt stemt me bepaald niet vrolijk, hoe ik het ook probeer. Die kwalen treiteren me al zo lang en telkens als ik denk dat ik iets aan het winnen ben, is er weer een nieuwe kwaal die me mentaal onderuit haalt. Die kwalen zijn niet meer iets dat me is overkomen, maar een deel van mij geworden.
Soms wou ik echt dat ik bij Jaco was, weg van alle narigheid. Rust. Niet steeds meer tegen windmolens hoeven te vechten, proberen aan het werk te komen en daar wèl wat aan over te houden, keer op keer nieuwe tegenslag te hoeven incasseren. Ik ben moe. En ik weet niet hoe ik het moet doorbreken.
Frappant was dat vandaag Conny Mus is overleden, en in een vijf jaar geleden opgenomen gesprek dat werd uitgezonden op RTL destijds hetzelfde zei als ik hier eerder op de avond in mijn blog dumpte. We moeten niet zo zeuren, en ons realiseren dat we in een fantastisch land leven. Conny Mus was een reporter met als uitvalsbasis Jeruzalem. Een Amsterdammer en levensgenieter, maar tegelijkertijd ongelooflijk gepassioneerd om het leed vast te leggen van de gewone mensen in oorlogsgebieden, vaak met risico voor eigen leven. Een verslaggever van het soort, dat na hem volgens mij niet meer bestaat.
Vorig jaar rond deze tijd ging ik in depressie. Misschien ligt het aan die einde-vakantieperiode, en gaat het weer beter als het een beetje mee gaat zitten op die beurs, en met de behandelingen die ik moet ondergaan. En anders is daar in oktober weer de training Mindfullness bij de GGZ.
En zo somber ziet het er met mijn inkomen nu ook weer niet uit, want bij mijn andere opdrachtgever heb ik een goede maand achter de rug en ook deze maand gaat weer goed worden. Het houdt niet over maar de financiën blijven zo in elk geval op orde. De GGZ zou me in een arbeidsparticipatie instelling plaatsen na de vakantie. Misschien dat er daar dan iets goeds gaat gebeuren, waarbij ik in elk geval niet hoef te verbloemen dat ik niet gezond ben. Alles bij elkaar zijn er dus best dingen die er aan komen die hoop geven, maar zo voelt het nog niet. Ik blijf maar het gevoel houden dat ik aan het overleven ben. Het is belangrijk dat ik van mijn huis af kom volgend jaar. Zodat ik echt een nieuwe start kan maken, en niet doormodderen in een situatie die al lang voorbij zou moeten zijn.
Misschien is dat wat me het meeste kwelt. Ik ben best getalenteerd, ik kan veel, er is toch iets wat ik zou moeten kunnen doen waardoor ik het leven voor mensen, maar ook voor mezelf, wat zonniger zou kunnen maken? Er moet toch iets zijn, dat ik kan doen? Misschien is dat wat me het meeste kwelt. Ik sta langs de kant, ik mag af en toe voor spek en bonen een beetje meespelen, maar dat is voor mij niet genoeg. Ik benijd mensen als Conny Mus, die weliswaar maar zeven jaar ouder werd dan ik nu ben, maar wiens leven intens de moeite waard is geweest. En vandaag werd overigens bekend dat een vurige wens van hem, hernieuwd vredesoverleg tussen Israël en de Palestijnen, in Amerika weer gaat beginnen, met een Israëlische- èn een Palestijnse Staat. Laten we hopen dat het eindelijk gaat lukken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten