Van het Poz and Proud blog. Deze homo mannen groep deed voor het eerst drie jaar geleden mee bij het homomonument. Deze dodenherdenking sprak er voor het eerst een minister op de ceremonie, die in het teken stond van herdenking en het belang van vrijheid
Voor het eerst in de geschiedenis van het homomonument woonde vrijdagavond een minister de herdenking bij het monument in Amsterdam bij. Marja van Bijsterveldt, de CDA minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), legde namens het kabinet een krans op het monument dat dit jaar een kwart eeuw bestaat.
Voor de 25e keer herdachten een paar honderd mensen bij de Westermarkt de personen die om hun seksuele geaardheid tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. “Het is geweldig dat de minister vanavond aanwezig is. Vooral omdat ze de krans niet neerlegt vanuit haar positie als minister van OCW, maar namens het hele kabinet. Dat geeft de kranslegging en haar aanwezigheid nog eens een extra dimensie”, aldus Dennis Boutkan, voorzitter van COC Amsterdam.
Boutkan stond stil bij discriminatie en homofobie anno nu. “Over de hele wereld werden vorig jaar 222 transgenders vermoord. Iets waar opmerkelijk weinig aandacht voor is. In Nederland kun je als homoseksuele leraar worden ontslagen. Als roze Nederlander is hand in hand over straat lopen geen vanzelfsprekendheid”, aldus Boutkan in zijn speech. “Als belangrijke minderheidsgroep zullen wij altijd en overal ongelijkheid bestrijden. Vrijheid geef je door als een verhaal van generatie op generatie. Nieuwe generaties voegen nieuwe hoofdstukken toe aan de strijd om te kunnen zijn wie je bent. Geef door wat je gisteren hebt geleerd om vrij te worden, vandaag ervaart om vrij te zijn en morgen gaat leren om vrij te blijven. Draag dit over aan je geliefden, je dierbare vrienden, je familie, je kinderen”.
Ook Van Bijsterveldt weet dat homoseksualiteit in Nederland nog niet overal geaccepteerd is en ging in op de taak van de regering. “Emancipatie van minderheden kun je niet opleggen. Die moet vooral van binnenuit bevochten worden. Op straat, op het werk, in de kerk en in de klas. In het studentenhuis. In de boezem van de maatschappij. Maar regeringen moeten dat proces wel voor de volle 100 procent steunen”.
Voor het eerst in de geschiedenis van het homomonument woonde vrijdagavond een minister de herdenking bij het monument in Amsterdam bij. Marja van Bijsterveldt, de CDA minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), legde namens het kabinet een krans op het monument dat dit jaar een kwart eeuw bestaat.
Voor de 25e keer herdachten een paar honderd mensen bij de Westermarkt de personen die om hun seksuele geaardheid tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord. “Het is geweldig dat de minister vanavond aanwezig is. Vooral omdat ze de krans niet neerlegt vanuit haar positie als minister van OCW, maar namens het hele kabinet. Dat geeft de kranslegging en haar aanwezigheid nog eens een extra dimensie”, aldus Dennis Boutkan, voorzitter van COC Amsterdam.
Boutkan stond stil bij discriminatie en homofobie anno nu. “Over de hele wereld werden vorig jaar 222 transgenders vermoord. Iets waar opmerkelijk weinig aandacht voor is. In Nederland kun je als homoseksuele leraar worden ontslagen. Als roze Nederlander is hand in hand over straat lopen geen vanzelfsprekendheid”, aldus Boutkan in zijn speech. “Als belangrijke minderheidsgroep zullen wij altijd en overal ongelijkheid bestrijden. Vrijheid geef je door als een verhaal van generatie op generatie. Nieuwe generaties voegen nieuwe hoofdstukken toe aan de strijd om te kunnen zijn wie je bent. Geef door wat je gisteren hebt geleerd om vrij te worden, vandaag ervaart om vrij te zijn en morgen gaat leren om vrij te blijven. Draag dit over aan je geliefden, je dierbare vrienden, je familie, je kinderen”.
Ook Van Bijsterveldt weet dat homoseksualiteit in Nederland nog niet overal geaccepteerd is en ging in op de taak van de regering. “Emancipatie van minderheden kun je niet opleggen. Die moet vooral van binnenuit bevochten worden. Op straat, op het werk, in de kerk en in de klas. In het studentenhuis. In de boezem van de maatschappij. Maar regeringen moeten dat proces wel voor de volle 100 procent steunen”.